Elizaldus.reismee.nl

Bukken voor lege peulenschillen

Vorige week donderdag bezochten we het plaatsje Saquisili. ’s Ochtends vroeg voor de veemarkt en later voor de diverse andere markten. Onze gids had in de bus aangegeven dat vooral de oudere indianen niet op de foto willen. Zij geloven dat een foto hun ziel wegneemt en uiteraard willen ze dat niet. De instructie was derhalve: als men aangeeft (meestal met een afwerend handgebaar) dat men niet op de foto wil, maak dan geen foto. “Doe je het wel”, zo vertelde hij, “dan kun je erop rekenen dat je met van alles en nog wat bekogeld kan worden en als je dan nog doorgaat kan het flink uit de hand lopen”. Op een gegeven moment zag Ron dat enkele groepsleden zich ophielden bij enkele oude indiaanse dames, die op de grond zaten om hun handelswaar te verkopen. Er werden geen foto’s gemaakt en er leek niets bijzonders aan de hand. Toen de groepsleden doorliepen zag Ron zijn kans schoon om de oude dames op de foto te zetten. Maar zover kwam het niet. Zonder enige waarschuwing (en dat was geheel tegen de spelregels in, haha) en onder luid gegil gooiden de dames lege peulenschillen naar Ron, ook nog toen hij snel doorliep. Bukken was verder de beste remedie

Laughing

Nog dezelfde dag reden we door naar de Cotapaxi, een van de hoogste bergen van Ecuador, met besneeuwde bergtoppen. Het weer werkte goed mee, zodat het uitzicht heel mooi was. Wij bereikten een hoogte van 4200m en gelukkig hadden we geen last van hoogteziekte. Wel merkten we bij een wandeling op iets lager niveau dat het soms naar adem happen was. De overnachting was in Machachi, gelegen in een dal. Het was er koud, te koud. Ieder huisje had twee gescheiden gedeelten (zodoende met 2 bewoners) en in een gezamenlijk halletje werd een allesbrander voor ons opgestookt. Dat was zeer welkom. Alvorens naar de jungle te rijden, hadden we nog één overnachting in de hoofdstad Quito. Maar voordat we daar aankwamen bezochten we op de evenaar een openluchtmuseum waar met enkele proefjes wordt getoond en uitgelegd wat het effect van de evenaar is op de zwaartekracht en dat water in afvoerputjes op het noordelijk en zuidelijk halfrond anders wegdraait en op de evenaar überhaupt niet draait maar gewoon wegloopt. We besloten dichtbij het hotel te eten, bij een Italiaans restaurant en daarvan zouden we geen spijt krijgen. Toen wij aankwamen zaten er al 4 groepsleden en na ons zouden er nog 2 komen. En er zat ook een Zweedse man. Met hem begon de lol. Sommige groepsleden hadden al een pizza besteld en vertelden ons dat die zo groot was, dat één pizza ruim voldoende was voor twee personen. De Zweed had een calzone besteld, zo dachten wij, want er werd een knoeperd van een bolle pizza bij hem bezorgd. Maar toen hij zijn mes erin zette, bleef er niets van over. “It’s empty” riep hij luid en schoof het bord merkbaar verontwaardigd van hem weg. Merkwaardig genoeg kwam er vanuit het personeel geen reactie. Wij bestelden spaghetti en cannelloni, maar kregen tot ons verrassing en zonder enige uitleg ook zo’n gevaarte geserveerd. Toen wij vroegen of het wel klopte, kregen we verlossend te horen dat het brood was, als een voorafje. De Zweed keek opgelucht onze kant op en besloot toch maar wat te eten van de leeg gelopen deegbol. Voordat onze hoofdgerechten werden geserveerd kreeg Ron een slabbetje voorgehangen, tot grote hilariteit van de andere groepsleden. Er werd zelfs een foto van gemaakt. Er werden ook de nodige spottende opmerkingen over gemaakt

Tongue Out
Het eten smaakte overigens uitstekend, evenals het afscheiddrankje van het huis.

Afgelopen zaterdag vertrokken we naar de jungle en beleefden zo het feit dat Ecuador een enorm afwisselende natuur heeft. Op een gebied dat ca 7 maal groter is dan Nederland, komen zo’n 26 klimaatzones voor. Volgens onze gids is hiervoor normaal gesproken 1,5 continent nodig, maar Ecuador heeft het allemaal binnen zijn landsgrenzen. Met de bus werden we naar een klein plaatsje gebracht, waar we in gemotoriseerde kano’s moesten overstappen. Het water was echter niet overal diep genoeg om met ons erin te kunnen varen. Om die reden moesten we voor het instappen onze schoenen verwisselen voor laarzen en moesten we onderweg soms uitstappen om een stukje te lopen door het water en over drooggevallen zandbankjes. De kano’s werden door de ons begeleidende indianen voortgeduwd tot dieper water. Vooral het lopen op de drooggevallen zandbankjes was lastig omdat je kon wegzakken of je evenwicht kon verliezen. Hier en daar werden wat broeken en handen smerig. En bij een groepslid, een apart figuur, was het meer dan dat. Buiten ons bestaat de groep uit 15 personen, waarvan er 14 aardig en verstandig zijn. Bij een man -uit de Zeeuwse klei getrokken maar al ruim 40 jaar een “echte Amsterdammer” met “echte Amsterdamse humor”- ligt het anders. Hij doet graag het tegenovergestelde van wat de rest van de groep doet en tot nu toe pakt dat steeds verkeerd voor hem uit. Zo ook tijdens het verlaten van de kano’s. Met veel pijn en moeite hadden we een bepaalde plek bereikt, maar het bleek dat we te ver waren doorgelopen. We moesten terug en iedereen deed dat via dezelfde weg, maar niet onze Amsterdammer. Hij koos een alternatieve route en zakte tot z’n knieën in de bodem weg. Met heel veel moeite wist hij los te komen en op handen en knieën, en met een uitgeschoten laars, ging hij verder om vervolgens weer weg te zakken. Uiteindelijk wist hij de kant te bereiken, maar hij zag er niet uit, voor een groot deel zat hij onder het natte zand en de blubber. Op zondag hebben we onder begeleiding van gidsen een wandeling gemaakt door het regenwoud. Het was een mooie, maar ook zware tocht. Doordat het in de nacht van zaterdag op zondag onophoudelijk had gestortregend, waren de onverharde paden op sommige plekken spekglad. De indiaanse gids, bijna 70 jaar oud, goed ter been en met een nodige portie humor, heeft ons van alles laten zien wat er in het regenwoud groeit en bloeit en waarvoor het gebruikt kan worden. Opvallend is dat er maar heel weinig dieren leven in het deel van het regenwoud waar wij verbleven. Het schijnt dat zij zich een paar honderd kilometer naar het oosten hebben verplaatst, met name vanwege de vele olieboringen die in het gebied plaatsvinden. Apen e.d. zijn niet aanwezig. Wel wat kleinere dieren, vooral vogels. Enkele groepsgenoten troffen op een avond een reusachtig grote spin aan, die hun weg blokkeerde. Uiteindelijk bleek de spin banger dan de reisgenoten. Bij het varen waren we verplicht een zwemvest aan te trekken, oranje aan de buitenkant en zwart aan de binnenkant. Toen Ron zijn zwemvest openklapte om hem te kunnen aantrekken zag hij iets groots en plat en zwart van kleur aan de binnenkant van het vest liggen. Het bleek een opgerolde zwarte schorpioen te zijn. Een dag later trof een reisgenote een kleine tarantula aan in een tros bananen die ergens hing en waarvan we mochten plukken. De laatste nacht in de jungle is iedereen wakker gehouden door een stel brulkikkers, onvoorstelbaar hoeveel lawaai die kunnen produceren.

Inmiddels hebben we de jungle verlaten en vertoeven we in het leuke plaatsje Baños. Het is een gemoedelijk plaatsje dat veel wordt bezocht door buitenlandse jongeren. De sfeer is gemoedelijk en het stadje staat als veilig te boek. Gisterenavond hebben we met een aantal groepsleden deelgenomen aan een vulkaanobservatie. De ouwetjes (de gemiddelde leeftijd ligt boven de 60) werden opgehaald met een Chiva (een tot discowagen omgebouwde vrachtwagen, met bijpassende muziek en verlichting) en naar een uitkijkpunt op 2800m gebracht. Vanaf die plek kan men een mooi uitzicht hebben op de continu actieve vulkaan Tungurahua. Volgens de folder “ziet men soms enorme rookkolommen uit de vulkaan komen, al dan niet gepaard met lavavuurwerk.” Toen wij om ca 20:30 uur vanuit het dal vertrokken zag het er helder uit en dat gaf ons goede hoop op spektakel. Naarmate wij hoger kwamen werd het zicht echter minder en bij het uitkijkpunt zat het potdicht. Als goedmakertje werd in een klein restaurant een aantal filmpjes gedraaid, zodat we heel goed konden zien wat we misten, en werd ons een lekker typisch Ecuadoriaans drankje geserveerd: canelazo (kaneelthee met rum).

Groeten van Lynda en Ron

Reacties

Reacties

Elysio

oei oei opa toch hahaha, gelukkig gooiden ze niet met potten :p

Patrick

Jeetje, jullie maken weer veel mee! Het klinkt alsof jullie het erg naar de zin hebben. En dat met al die exotische dieren... Leuk om dat zo te kunnen volgen. Nog een mooi vervolg van jullie reis gewenst!

Jan Achterberg

Ik wist niet dat Ron bang was van een paar peuleschilletjes. En een geroosterde schorpioen smaakt goed als lunch met peultjes. Jullie worden daar verwend.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!