Elizaldus.reismee.nl

Het einde komt in zicht

Nog maar 2 dagen resten ons in het mooie Ecuador. Vandaar dat dit ons laatste reisverslag van dit jaar is.

Vorige week hebben we de Chimborazovulkaan bezocht. Met 6310m is het een van de hoogste bergen van Ecuador. Als niet via zeeniveau wordt gerekend maar via het middelpunt van de aarde, is de top zelfs ca 2 km hoger dan de Mount Everest, vanwege de ligging vlakbij de evenaar. Wij zijn naar 4800m gebracht. Het was er koud en het gebrek aan zuurstof was heel goed merkbaar. De sportiefsten onder ons hebben een moeilijke wandeling gemaakt naar 5000m, waar nog maar de helft zuurstof is ten opzicht van zeeniveau. Nadat de wandelaars terug waren, is nagenoeg iedereen met een mountainbike bergafwaarts gegaan. Een ritje van ca 32 km. Eerst door rulle ondergrond en daarna over geasfalteerde wegen met verraderlijke gaten. Het ging behoorlijk hard, zeker wel over de 50km. Tijdig afremmen was frequent vereist.

Het afgelopen weekend hebben we doorgebracht in het leuke plaatsje Cuenca. Het was een feestweekend, waardoor het overal gezellig druk was. Langs beide zijden van de grootste rivier van Cuenca stond een eindeloze rij standjes, vooral met sieraden en allerlei prullaria. A la Montmartre wemelde het van de kunstenaars, en zeker niet de minsten. Ook in de oude binnenstad was het erg gezellig met een grote verscheidenheid aan mensen. Op de bloemenmarkt hebben we nog een leuke foto gemaakt van twee vrouwen die twee geheel verschillende werelden vertegenwoordigden. De bloemenverkoopster was een oude indiaanse vrouw, traditioneel gekleed, met een opengescheurde plastic zak om haar middel en lopend op pantoffels, en de bloemenkoopster was een jonge moderne vrouw, modern gekleed en lopende op hoge naaldhakken.

In Cuenca hebben we een bezoek gebracht aan de fabriek van Homero Ortega, waar de bekende Panamahoeden worden gemaakt. Panamahoeden zijn sierlijke rietenhoeden voor mannen en vrouwen, die -ondanks hun naam- uitsluitend in Ecuador gemaakt worden. Vele bekende wereldburgers hebben dergelijke hoeden gedragen of, op z’n minst, zich ermee laten fotograferen. Even buiten Cuenca hebben we een mooie wandeling gemaakt in het Nationaal Park El Cajas, met een prachtige natuur. Niet alleen kleurrijke mossen e.d. maar ook de sprookjesachtige quinoabossen. Omdat het de nacht ervoor geregend had, was het op sommige plaatsen wel spekglad.

Inmiddels hebben we de Andes verlaten en zitten we aan de kust, waar de natuur weer volledig anders is. We logeren in het stadje Puerto LĂłpez, dat bepaald geen Saint-Tropez is. Het lijkt meer op een Amerikaans spookstadje. Het is verwaarloosd en overal ligt stof en zand. Men leeft er van de visvangst en, naar men zegt, van het tourisme. Vooral het bekijken van de vele walvissen, tussen juni en oktober, schijnt veel op te leveren.

Vandaag hebben we een bezoek gebracht aan Zilvereiland, ook wel Klein Galapagos genoemd, op ca 1,5 uur varen van Puerto LĂłpez. Het is een bijzonder eiland, maar het aanbod in vogels was wat eenzijdig, maar daarom niet minder leuk. Net als op Galapagos zijn de dieren niet schuw, zodat je ze dicht kunt benaderen en van dichtbij kunt fotograferen. De Jan-van-Gent en de fregatvogel hebben we heel veel gezien. Vanaf de boot hebben de dolfijnen gezien, maar ook grote zeelschildpadden en kleurrijke tropische vissen. Na de wandeling werden we terug verwacht op de boot, waarna sommigen zouden kunnen snorkelen. Helaas voor hen ging dat niet door. Een van onze groepsleden gleed uit bij het instappen, en hield daaraan een flinke vleeswond over. Unaniem was het gehele gezelschap van mening dat we direct terug moesten gaan naar Puerto LĂłpez, zodat de ongeluksvogel zich onder medische behandeling zou kunnen stellen. Inmiddels hebben we begrepen dat ze drie hechtingen heeft, een vervelend einde van de vakantie.

Vanavond is de “afscheidsavond”, waar waarderende woorden zullen worden gesproken voor de goede en betrouwbare chauffeur (ons “watje”) en vooral voor onze fantastische gids. We hebben nog nooit iemand meegemaakt die zoveel weet van het land, dat met een enorme passie uitdraagt en altijd voor iedereen klaarstaat. Wat een geweldenaar.

Morgen vertrekken we naar onze laatste bestemming, Guayaquil. Niet bepaald een veilige stad, als we het goed hebben begrepen. Op de rit van Cuenca naar Puerto LĂłpez hebben we al een tussenstop gemaakt in een rijke buitenwijk van Guayaquil. De wijk is naar Amerikaans model gebouwd en er staan 2 supermoderne shoppingmalls, met onder andere een uitgebreide foodcorner. Deze rijke buitenwijk staat in schril contrast met de diverse sloppenwijken die we van een afstand hebben gezien. Hopelijk valt het bezoek aan Guayaquil mee.

Vrijdagavond (lokale tijd) vliegen we terug naar NL, waar we zaterdagmiddag zullen aankomen. Een deel van de groep gaat nog 8 dagen naar de Galapagoseilanden, de bofkonten J

Iedereen bedankt voor het meelezen van en/of de reacties op de eerdere verhalen.

Groet,

Lynda en Ron

Bukken voor lege peulenschillen

Vorige week donderdag bezochten we het plaatsje Saquisili. ’s Ochtends vroeg voor de veemarkt en later voor de diverse andere markten. Onze gids had in de bus aangegeven dat vooral de oudere indianen niet op de foto willen. Zij geloven dat een foto hun ziel wegneemt en uiteraard willen ze dat niet. De instructie was derhalve: als men aangeeft (meestal met een afwerend handgebaar) dat men niet op de foto wil, maak dan geen foto. “Doe je het wel”, zo vertelde hij, “dan kun je erop rekenen dat je met van alles en nog wat bekogeld kan worden en als je dan nog doorgaat kan het flink uit de hand lopen”. Op een gegeven moment zag Ron dat enkele groepsleden zich ophielden bij enkele oude indiaanse dames, die op de grond zaten om hun handelswaar te verkopen. Er werden geen foto’s gemaakt en er leek niets bijzonders aan de hand. Toen de groepsleden doorliepen zag Ron zijn kans schoon om de oude dames op de foto te zetten. Maar zover kwam het niet. Zonder enige waarschuwing (en dat was geheel tegen de spelregels in, haha) en onder luid gegil gooiden de dames lege peulenschillen naar Ron, ook nog toen hij snel doorliep. Bukken was verder de beste remedie

Laughing

Nog dezelfde dag reden we door naar de Cotapaxi, een van de hoogste bergen van Ecuador, met besneeuwde bergtoppen. Het weer werkte goed mee, zodat het uitzicht heel mooi was. Wij bereikten een hoogte van 4200m en gelukkig hadden we geen last van hoogteziekte. Wel merkten we bij een wandeling op iets lager niveau dat het soms naar adem happen was. De overnachting was in Machachi, gelegen in een dal. Het was er koud, te koud. Ieder huisje had twee gescheiden gedeelten (zodoende met 2 bewoners) en in een gezamenlijk halletje werd een allesbrander voor ons opgestookt. Dat was zeer welkom. Alvorens naar de jungle te rijden, hadden we nog één overnachting in de hoofdstad Quito. Maar voordat we daar aankwamen bezochten we op de evenaar een openluchtmuseum waar met enkele proefjes wordt getoond en uitgelegd wat het effect van de evenaar is op de zwaartekracht en dat water in afvoerputjes op het noordelijk en zuidelijk halfrond anders wegdraait en op de evenaar überhaupt niet draait maar gewoon wegloopt. We besloten dichtbij het hotel te eten, bij een Italiaans restaurant en daarvan zouden we geen spijt krijgen. Toen wij aankwamen zaten er al 4 groepsleden en na ons zouden er nog 2 komen. En er zat ook een Zweedse man. Met hem begon de lol. Sommige groepsleden hadden al een pizza besteld en vertelden ons dat die zo groot was, dat één pizza ruim voldoende was voor twee personen. De Zweed had een calzone besteld, zo dachten wij, want er werd een knoeperd van een bolle pizza bij hem bezorgd. Maar toen hij zijn mes erin zette, bleef er niets van over. “It’s empty” riep hij luid en schoof het bord merkbaar verontwaardigd van hem weg. Merkwaardig genoeg kwam er vanuit het personeel geen reactie. Wij bestelden spaghetti en cannelloni, maar kregen tot ons verrassing en zonder enige uitleg ook zo’n gevaarte geserveerd. Toen wij vroegen of het wel klopte, kregen we verlossend te horen dat het brood was, als een voorafje. De Zweed keek opgelucht onze kant op en besloot toch maar wat te eten van de leeg gelopen deegbol. Voordat onze hoofdgerechten werden geserveerd kreeg Ron een slabbetje voorgehangen, tot grote hilariteit van de andere groepsleden. Er werd zelfs een foto van gemaakt. Er werden ook de nodige spottende opmerkingen over gemaakt

Tongue Out
Het eten smaakte overigens uitstekend, evenals het afscheiddrankje van het huis.

Afgelopen zaterdag vertrokken we naar de jungle en beleefden zo het feit dat Ecuador een enorm afwisselende natuur heeft. Op een gebied dat ca 7 maal groter is dan Nederland, komen zo’n 26 klimaatzones voor. Volgens onze gids is hiervoor normaal gesproken 1,5 continent nodig, maar Ecuador heeft het allemaal binnen zijn landsgrenzen. Met de bus werden we naar een klein plaatsje gebracht, waar we in gemotoriseerde kano’s moesten overstappen. Het water was echter niet overal diep genoeg om met ons erin te kunnen varen. Om die reden moesten we voor het instappen onze schoenen verwisselen voor laarzen en moesten we onderweg soms uitstappen om een stukje te lopen door het water en over drooggevallen zandbankjes. De kano’s werden door de ons begeleidende indianen voortgeduwd tot dieper water. Vooral het lopen op de drooggevallen zandbankjes was lastig omdat je kon wegzakken of je evenwicht kon verliezen. Hier en daar werden wat broeken en handen smerig. En bij een groepslid, een apart figuur, was het meer dan dat. Buiten ons bestaat de groep uit 15 personen, waarvan er 14 aardig en verstandig zijn. Bij een man -uit de Zeeuwse klei getrokken maar al ruim 40 jaar een “echte Amsterdammer” met “echte Amsterdamse humor”- ligt het anders. Hij doet graag het tegenovergestelde van wat de rest van de groep doet en tot nu toe pakt dat steeds verkeerd voor hem uit. Zo ook tijdens het verlaten van de kano’s. Met veel pijn en moeite hadden we een bepaalde plek bereikt, maar het bleek dat we te ver waren doorgelopen. We moesten terug en iedereen deed dat via dezelfde weg, maar niet onze Amsterdammer. Hij koos een alternatieve route en zakte tot z’n knieën in de bodem weg. Met heel veel moeite wist hij los te komen en op handen en knieën, en met een uitgeschoten laars, ging hij verder om vervolgens weer weg te zakken. Uiteindelijk wist hij de kant te bereiken, maar hij zag er niet uit, voor een groot deel zat hij onder het natte zand en de blubber. Op zondag hebben we onder begeleiding van gidsen een wandeling gemaakt door het regenwoud. Het was een mooie, maar ook zware tocht. Doordat het in de nacht van zaterdag op zondag onophoudelijk had gestortregend, waren de onverharde paden op sommige plekken spekglad. De indiaanse gids, bijna 70 jaar oud, goed ter been en met een nodige portie humor, heeft ons van alles laten zien wat er in het regenwoud groeit en bloeit en waarvoor het gebruikt kan worden. Opvallend is dat er maar heel weinig dieren leven in het deel van het regenwoud waar wij verbleven. Het schijnt dat zij zich een paar honderd kilometer naar het oosten hebben verplaatst, met name vanwege de vele olieboringen die in het gebied plaatsvinden. Apen e.d. zijn niet aanwezig. Wel wat kleinere dieren, vooral vogels. Enkele groepsgenoten troffen op een avond een reusachtig grote spin aan, die hun weg blokkeerde. Uiteindelijk bleek de spin banger dan de reisgenoten. Bij het varen waren we verplicht een zwemvest aan te trekken, oranje aan de buitenkant en zwart aan de binnenkant. Toen Ron zijn zwemvest openklapte om hem te kunnen aantrekken zag hij iets groots en plat en zwart van kleur aan de binnenkant van het vest liggen. Het bleek een opgerolde zwarte schorpioen te zijn. Een dag later trof een reisgenote een kleine tarantula aan in een tros bananen die ergens hing en waarvan we mochten plukken. De laatste nacht in de jungle is iedereen wakker gehouden door een stel brulkikkers, onvoorstelbaar hoeveel lawaai die kunnen produceren.

Inmiddels hebben we de jungle verlaten en vertoeven we in het leuke plaatsje Baños. Het is een gemoedelijk plaatsje dat veel wordt bezocht door buitenlandse jongeren. De sfeer is gemoedelijk en het stadje staat als veilig te boek. Gisterenavond hebben we met een aantal groepsleden deelgenomen aan een vulkaanobservatie. De ouwetjes (de gemiddelde leeftijd ligt boven de 60) werden opgehaald met een Chiva (een tot discowagen omgebouwde vrachtwagen, met bijpassende muziek en verlichting) en naar een uitkijkpunt op 2800m gebracht. Vanaf die plek kan men een mooi uitzicht hebben op de continu actieve vulkaan Tungurahua. Volgens de folder “ziet men soms enorme rookkolommen uit de vulkaan komen, al dan niet gepaard met lavavuurwerk.” Toen wij om ca 20:30 uur vanuit het dal vertrokken zag het er helder uit en dat gaf ons goede hoop op spektakel. Naarmate wij hoger kwamen werd het zicht echter minder en bij het uitkijkpunt zat het potdicht. Als goedmakertje werd in een klein restaurant een aantal filmpjes gedraaid, zodat we heel goed konden zien wat we misten, en werd ons een lekker typisch Ecuadoriaans drankje geserveerd: canelazo (kaneelthee met rum).

Groeten van Lynda en Ron

Wennen aan de hoogte

Afgelopen zondag kwamen we na een letterlijk turbulente vlucht aan in Quito, de hoofdstad van Ecuador. Al vrij snel na vertrek van Schiphol kregen we te horen dat het vliegtuig een andere route moest gaan vliegen en dat daarbij sprake zou zijn van veel tegenwind en veel turbulentie. Dit laatste hebben we goed gemerkt. Het lastigste moment was toen we net thee ingeschonken hadden gekregen en het vliegtuig niet alleen schudde maar ook in luchtzakken terecht kwam. Het was een kunst om niet te veel te morsen en zeker niet de hete thee over je handen te krijgen. Onze buurman had het dubbel lastig, want die had niet alleen hete koffie vast te houden maar ook z’n glaasje cognac. Toen de rust weerkeerde was het een aardige troep op de uitklaptafeltjes.

Met 2850m is Quito de hoogstgelegen hoofdstad ter wereld, nog geen 30 km ten zuiden van de evenaar. Ik had het niet gedacht, maar de hoogte was al snel merkbaar. Niet echt een duizelig gevoel, maar wel een onprettige druk op het hoofd. Iedereen bleek er last van te hebben. Voor Lynda, die vorige week flink verkouden was geworden en in het vliegtuig beroerder werd, kwam de “klap” kennelijk dubbel aan. Na een lange nacht slapen ging het echter met ons beiden een stuk beter. Toch merken we nog steeds, bijv. vanochtend bij een aardige klim tijdens een wandeling op ca 3000m, dat ons lichaam zich moet aanpassen aan het verblijf op hoogte. Volgens de gids gaat het vooral om de aanmaak van rode bloedlichaampjes en de echte gewenning komt pas na 4 weken, maar dan zijn wij al weer thuis :-)

Gisterenochtend zijn we naar de oude stad van Quito geweest, met mooie, maar eigenlijk te overdadige kerken. Een kerk was van onder tot boven geheel afgewerkt met bladgoud. Zoveel rijkdom in een kerk die, zeker vroeger, door heel veel arme gelovigen werd bezocht. Heel dubbel. Economisch gezien gaat het Ecuador voor de wind. De groep “armen” is flink afgenomen, terwijl de middenklasse, met redelijke huizen en fatsoenlijke auto’s, behoorlijk is toegenomen. Een paar jaar nadat Ecuador in 2000 besloot om haar eigen munt te vervangen door de Amerikaanse dollar, is de welvaart flink toegenomen.

Gisteren zijn we noordwaarts gereden naar Otavalo. Onderweg vertelde de gids dat het verkeer in Ecuador beheerst wordt door een macho-cultuur, met extreem veel ongelukken als gevolg. Al snel werden zijn woorden onderstreept. Bij een ravijn stonden veel mensen te kijken en de sporen van een bus waren zichtbaar. Wat vooral door onze chauffeur werd vermoed bleek waar: een streekbus was van de weg geraakt en het ravijn ingereden. De schrik sloeg iedereen om het hart. Vanochtend hoorden we gelukkig dat er geen passagiers in de bus zaten en dat de chauffeur er met lichte verwondingen van af is gekomen. Gelukkig hebben we zelf een chauffeur die heel rustig en voorzichtig rijdt, en hier zodoende tot de watjes wordt gerekend, maar dat vinden wij helemaal niet erg :-)

Vanochtend hebben we in prachtig weer (zon, ruim 25 graden) een mooie wandeling gemaakt met een Indiaanse gids en later hebben we enkele winkels bezocht waar Indianen prachtig geweven doeken verkopen, zelfs met Esscher-motief. Esscher heeft hier in de buurt, in het plaatsje Peguche, een tijdjegelogeerd. Ook hebben we een klein bedrijfje bezocht waar panfluiten en andere muziekinstrumenten worden gemaakt.

Toen we zondag aankwamen, begon het al vrij snel te regenen. Volgens de gids (een Nederlander die al 18 jaar in Ecuador woont) is de regentijd officieel begonnen. Gisteren en vandaag hebben we inderdaad regen gehad, maar het mooie weer heeft gelukkig nog overheerst. Omdat de zon zo boven de evenaar vrij krachtig is, zijn de eerste rode kleuren al zichtbaar. Mag Sandra raden bij wie :-)

Morgen maken we ons op voor vertrek naar een gebied ten zuiden van Quito en zaterdag trekken we de jungle in.

Groeten van Lynda en Ron

Welkom op ons Reislog!

Hallo en welkom op ons reislog!

DĂ© plaats om op de hoogte te blijven van alle avonturen en ervaringen tijdens onze reis door Ecuador. Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's vinden, en via de kaart weet je altijd precies waar wij ons bevinden en waar wij zijn geweest! Meer informatie over ons en de reis die wij gaan maken vind je in het profiel.

Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor onze mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.

Wij zien je graag terug op ons reislog en laat gerust af en toe eens een berichtje achter!

Leuk dat je met ons meereist!

Groetjes,

Lynda en Ron